- AL-HAFIZ IBN ABI AL-DUNYA
- AL-HAFIZ IBN RAJAB
- IBN QAYYIM AL-JAWZIYYAH
- IBN UTHAYMEEN
- IMAM ABU BAKR AL-AJURRI
- Imam al-Amir Muhammad ibn Isma`il al-Sana`ani
- Imam Al-Khatib al-Baghdadi
- Imam Al-Tirmidhi
- IMAM NAWAWI [D. 674 AH]
- Imam Ibn Abi Zayd al-Qayrawani (d. 389 AH)
- Imam Ibn Al-Jawzi
- IMAM IBN QUDAMAH AL-MAQDISI
- Imām Jalāl al-Dīn al-Suyūṭī
- Imām Muḥammad ibn ‘Abdu’l-Wahhāb
- Imam Muhammad Nasir al-Din al-Albani
- Shaikh ʿAbdu’l–Razzāq Ibn ʿAbdu’l-Muḥsin al-Badr
- Shaikh Ibn Baaz
- Shakyh Abdur-Rahman as-Sadi
- SHAYKH SALIH AL-FAWZAN
- SHAYKHUL-ISLĀM IBN TAYMIYYAH
- Yusuf Abdullah ibn Yusuf al-Wabil
Het Islamitisch oordeel over het reizen en bezoeken van graven van de Profeten en de vromen
€6.00 INCL. BTW
Publisher | |
---|---|
Book Author |
Rabie' bin Haadie al-Madkhalie |
Translator |
Omar As-Surinamie |
Binding |
Softcover |
ISBN |
9789492972644 |
Pages |
58 |
Shelf |
3.1 |
-
Voor 17.00 besteld, morgen in huis via PostNL
-
Laagste Prijsgarantie: Zie je hetzelfde product elders goedkoper neem contact op en ontvang een 10% kortingsvoucher
-
Gratis verzending vanaf 65 euro
Out of stock
Enter your email and we'll notify you when it's available again.
SKU:
9789492972644 @ 3.1
Categories: Books, Dutch Books, Manhadj, Nederlandse boeken
Description
De Shaykh zegt:
“Voorwaar, ik ben op de hoogte gesteld wat er speelt tussen de edele grote geleerde Ṣaaliḥ bin Fawzaan bin ‘Abdillaah Al-Fawzaan, lid van de raad van grote geleerden, en de mensen die met hem verschillen over het onderwerp; ‘Het reizen naar het graf van de Profeet’ Ik zag welke woorden van hen in strijd waren met de waarheid en dat wat bevestigd is door de vrome voorgangers. Ik zag dat zij geen correct bewijs kunnen tonen vanuit de Qor’aan of de Sunnah en zo ook niet van de uitspraken van de vroegere imaams van de Islaam en de mensen van de uitverkoren generaties, maar dat zij slechts fouten aanhangen van mensen die later zijn gekomen. Mensen die geen bewijs hebben, niet vanuit de teksten van de Qor’aan en de betrouwbare overleveringen, niet vanuit uitspraken of handelingen van de vrome voorgangers met als hoofd de metgezellen en hun volgers in het goede en dus ook niet vanuit de uitspraken van de mensen die kennis en leiding bezitten waaronder de vier imaams…”