De Shaykh zegt:
“Voorwaar, ik ben op de hoogte gesteld wat er speelt tussen de edele grote geleerde Ṣaaliḥ bin Fawzaan bin ‘Abdillaah Al-Fawzaan, lid van de raad van grote geleerden, en de mensen die met hem verschillen over het onderwerp; ‘Het reizen naar het graf van de Profeet’ Ik zag welke woorden van hen in strijd waren met de waarheid en dat wat bevestigd is door de vrome voorgangers. Ik zag dat zij geen correct bewijs kunnen tonen vanuit de Qor’aan of de Sunnah en zo ook niet van de uitspraken van de vroegere imaams van de Islaam en de mensen van de uitverkoren generaties, maar dat zij slechts fouten aanhangen van mensen die later zijn gekomen. Mensen die geen bewijs hebben, niet vanuit de teksten van de Qor’aan en de betrouwbare overleveringen, niet vanuit uitspraken of handelingen van de vrome voorgangers met als hoofd de metgezellen en hun volgers in het goede en dus ook niet vanuit de uitspraken van de mensen die kennis en leiding bezitten waaronder de vier imaams…”